index

Azulejos, de geschiedenis van tegel die Portugal definieert

Wie door Portugal wandelt, kan er niet omheen: kleurrijke tegels die gevels bedekken, kerken sieren en zelfs hele treinstations transformeren tot kunstwerken. Deze tegels, de beroemde azulejos, zijn inmiddels een nationaal symbool. Maar waar komen ze vandaan? En hoe zijn ze uitgegroeid tot hét visitekaartje van Portugal?

De Moorse invloeden

Het verhaal begint in de 8e eeuw, toen de Moren het Iberisch Schiereiland veroverden. Zij brachten een verfijnde kennis van architectuur, keramiek en decoratie mee. Het woord azulejo stamt van het Arabische al zulaycha, wat “kleine gepolijste steen” betekent. In de Moorse traditie draaide decoratie vaak om herhalende geometrische patronen, omdat religieuze wetten het afbeelden van mensen of dieren beperkten.

De eerste azulejos die in Portugal verschenen, waren dan ook strak en symmetrisch, vaak in aardse tinten en met ingewikkelde geometrische motieven.

De Renaissance verandert alles

Toen Portugal in de 15e en 16e eeuw uitgroeide tot een wereldmacht met kolonies in Azië, Afrika en Zuid-Amerika, veranderde ook de tegelkunst. Portugese ambachtslieden raakten beïnvloed door de Renaissance en begonnen azulejos te gebruiken om verhalen te vertellen.

Religieuze taferelen, bijbelse verhalen en mythologische scènes werden steeds vaker op tegels geschilderd. Het was niet alleen kunst; het was ook propaganda en geloofsovertuiging. Grote kloosters en paleizen lieten complete wanden met tegeltableaus bedekken, alsof het boeken van keramiek waren.

Praktisch én decoratief

Azulejos waren niet alleen mooi, ze waren ook praktisch. De tegels hielpen gebouwen koel te houden in de hete Portugese zomers en beschermden muren tegen vocht. Vooral in steden met veel regen, zoals Porto, bleek dat een groot voordeel. Het verklaart waarom azulejos niet alleen in kerken en paleizen, maar ook op gewone huizen hun intrede deden.

Van paleizen naar de straat

In de 18e en 19e eeuw verspreidden azulejos zich steeds verder in het dagelijks leven. In Lissabon en Porto kreeg zelfs de kleinste woning een gevel van tegels, waardoor hele straten veranderden in kleurrijke kunstwerken. Tegelijkertijd werd blauw-wit de meest iconische kleurcombinatie, geïnspireerd op Chinees porselein dat via de handelsroutes naar Portugal kwam.

Een nationaal symbool

Vandaag de dag zijn azulejos hét visitekaartje van Portugal. Van de oude kloosters in Sintra tot de indrukwekkende wanden van station São Bento in Porto: overal vertellen tegels een verhaal. Ze zijn cultureel erfgoed geworden, beschermd door de overheid en geliefd bij toeristen én locals.

Elke tegel is meer dan een versiering; het is een stukje geschiedenis dat laat zien hoe verschillende culturen, invloeden en periodes samenkomen in één kunstvorm.